De Freinetprincipes in de praktijk
Dagverloop
De dag begint steeds met een praatronde. De kinderen wisselen nieuwtjes uit, opperen ideeën en formuleren voorstellen. De praatronde is een uitlaatklep en een moment van (leren) luisteren en beurt afwachten. De kinderen maken afspraken en brengen suggesties en projecten aan.
Naast de vaste leermomenten voor taal, rekenen en zo meer kent de Freinetschool ook de vrije werktijd. Dan kiezen de kinderen zelf waarmee ze bezig zijn, individueel of in kleine groepjes.
In de namiddag wordt er aan projecten gewerkt of gaan we creatief aan de slag in ‘atelier’.
Eén keer in de week sporten de kinderen. In de vierde leefgroep gaan we om de 14 dagen zwemmen.
Aan het eind van elke dag overlopen de kinderen samen de voorbije dag. Dan is het ook het moment om samen fruit te eten. We vertellen wat we leuk vonden die dag of wat minder leuk was. We vertellen wat we leerden.
Freinettechnieken
Vanuit zijn visie op onderwijs, ontwikkelde Freinet nieuwe werkvormen. We lichten enkele belangrijke Freinettechnieken toe zoals ze in de Klaproos toegepast worden (met variatie op basis van eigen stijl en ervaring van de begeleider).
Levend leren lezen, schrijven en rekenen
De kinderen leren lezen volgens de natuurlijke methode waarbij eigen verhalen en ervaringen het materiaal vormen voor de “vrije” teksten. Ze begrijpen meteen wat ze lezen: de inhoud is even belangrijk als de techniek. Lezen en schrijven zijn direct zinvol. Ze kunnen experimenteren met taal, zowel naar vorm als inhoud.
Niet enkel taal- maar ook rekenmateriaal wordt uit de verhalen van de kinderen gehaald: levend rekenen. Wiskunde wordt zo geen saaie abstractie maar levende stof. Levend rekenen wordt regelmatig toegepast, tegelijk wordt gesteund op een rekenboek om de leerstof aan te brengen.
Projectwerking
Tijdens de projectwerking of via werkstukken worden sommige thema’s verder uitgediept. Een kind doet dat individueel of in groep en spreidt de werkzaamheden over verschillende dagen, soms weken. Eerst wordt een werkplan gemaakt: wat wil men over het onderwerp weten en wat wil men ermee doen. Elk kind of groepje werkt op één of andere wijze aan een neerslag van zijn bevindingen: er wordt een boek gemaakt, een tentoonstelling, een diamontage, een toneelstuk… Afgewerkte projecten worden voorgesteld aan de klasgenoten.
Plannen
In het Freinetonderwijs zijn planning en afspraken essentieel. Elke week beginnen de kinderen met het opmaken van een weekplan. Daarnaast maakt elke leerling ook voor zichzelf een persoonlijk werkplan op. Zo kan hij op eigen tempo de leerstof verwerken en leren zelfstandig te werken.
Coöperatie
De klas is een coöperatieve, waarbij afspraken in consensus of bij meerderheid tot stand komen. Dat gebeurt in de wekelijkse klasraad, waar het reilen en zeilen van de klas aan bod komt. Zo leren de leerlingen hoe ze democratisch met elkaar kunnen omgaan.
We kiezen voor graadklassen. Kinderen van verschillende leeftijden vormen samen een groep. Ze leren zo om te gaan met verschillen. Oudere en jongere kinderen kunnen van elkaar leren.
Tot slot is er ook de schoolraad voor beslissingen en afspraken die de hele school aanbelangen. Daarin is elke klasgroep vertegenwoordigd zodat ook hier oudere en jongere kinderen evenveel gewicht in de schaal werpen.